Melkveebedrijf De Oolde Hof in
Makkinga van de familie Smeenk is volop bezig om te optimaliseren. Groeien,
arbeidsgemak, nevenfuncties buiten het bedrijf en inkruisen van hun Holstein
veestapel met Brown Swiss: alles is erop gericht het bedrijf gezond te houden
en arbeidsplezier te hebben.
Historie
In 1993 verhuisde de familie Smeenk
uit de Achterhoek naar Makkinga. Het bedrijf in Lochem was slecht verkaveld,
had 60 melkkoeien en ook nog mestvarkens. Om uit te breiden in de koeien zag
men in Friesland meer mogelijkheden. Gerben en Willyande Smeenk hebben het
bedrijf inmiddels overgenomen van de ouders van Gerben en runnen het bedrijf
met hulp van een parttime medewerker, wat losse schooljongens en als het druk
is helpt vader nog mee.
‘We kwamen in Friesland met zuivere
MRIJ koeien en een aantal ingekruist met Red Holstein. Later werd volop gebruik
gemaakt van zwartbonte Holsteins. Zo ontstond een veestapel waar we niet
ontevreden over waren’, zegt Gerben. ‘Maar op een bepaald moment kwamen we
steeds bij dezelfde stieren uit. In 2009 vond ik het lastig om stieren te
vinden die pasten bij mijn fokdoel van een flinke plus in de gehalten, plus in
dochtervruchtbaarheid, bovengemiddeld exterieur en een plus voor de andere
gebruikskenmerken. Ik liep steeds weer tegen het inteeltverhaal aan. Daarom
besloot ik me te oriënteren op andere rassen. Ik wil een veestapel met weinig
trammelant. Mijn theorie is dat je de beste koe in de stal niet kent, simpelweg
omdat die niet opvalt. Die koe kan bovengemiddeld meekomen en daar heb je
weinig werk van. We zagen de Holsteins bovendien steeds scherper worden, sneller
pieken en kwetsbaarder worden. Dit paste niet bij onze doelstellingen.’
Brown
Swiss
‘Ik kreeg de tip om eens naar Brown
Swiss te kijken. Via Albert Zents uit Vorden, een fervent Brown Swiss fokker,
kwam ik bij GGI terecht. De Duitse Brown Swiss geeft hogere gehalten en een
goed type, een sterke koe. In eerste instantie hebben we de selectie gemaakt
via het StierAdviesProgramma. Alle dieren met een min voor melk insemineerden
we met een HF stier, alles met een plus voor melk met een Brown Swiss stier.’
Een bijzondere uitleg volgt: ‘Mijn
ervaring is dat de Holstein probeert het maximale te geven van wat ze kan, ook
als de omstandigheden niet goed zijn met alle gevolgen van dien. Een Brown
Swiss probeert dat niet en denkt eerder aan zichzelf. Bij Brown Swiss ben je
als boer veel meer bepalend voor wat er uitkomt.’
De stier Prohuvo werd als eerste
gebruikt. De 25 nakomelingen (5 vaarzen, verder 2e/3e/4e
kalfskoeien) van deze stier maakten gemiddeld een lijst van: 305 d, 9811 kg
melk, 4.69% vet, 3.67% eiwit en 103 LW.
‘Hier zijn we zeer tevreden over!’,
klinkt het enthousiast. ‘De F2-tjes, terug gekruist met Holstein, doen het ook
erg goed en zijn uniform genoeg. ‘
‘De HF vaarzen gaven hier 8000 kg
gemiddeld. Toen we begonnen met Brown Swiss werden we gewaarschuwd door Albert
Zents. Hij voorspelde dat de kruislingsvaarzen zouden gaan zakken naar 7000 kg,
als 2e kalfs naar de 9000 kg zouden stijgen en dat ze als oudere
koeien vlot boven de 10.000 kg zouden gaan produceren. Dit klopte precies!
Daarbij is het uier van de 2e kalfs koe nauwelijks groter dan dat
het als vaars was. Sinds we echter gemengd voeren is ook de vaarzen productie
weer boven de 8000 kg gestegen. Het milieu en het management zijn bepalender
voor de resultaten dan de genetische aanleg voor melk.’
Weinig
vervanging
Het rollend jaargemiddelde van de
136 aanwezige melkkoeien: 10.200 kg melk, 4,72% vet en 3,75% eiwit.
‘De gehele veestapel heeft inmiddels
tussen de 25 en 50% Brown Swiss bloed,’ vertelt Gerben. ‘Wat we doen proberen
we zo goed mogelijk doen: daar halen we de uitdaging vandaan. Wat opvalt bij
ons is het vervangingspercentage. Daar zit bij ons de winst van het inkruisen.
We zitten nu op een vervangingspercentage van 17% bij een afvoer van 44.000 kg
melk. Onze uitdaging en tevens verbeterpunt ligt er in dat we naar de 50.000 kg
willen bij afvoer. Omdat we weinig dieren hoeven te vervangen houden we
maximaal 3 vaarskalveren per maand aan. Dat is voldoende voor 150 melkkoeien.
’Afkalfproblemen zijn er minder dan met de HF en de stierkalveren brengen
minimaal hetzelfde op dan de HF kalveren. Ze zijn super gezond en groeien als
kool, dat is mooi meegenomen. Ook Belgisch witblauw past prima op de Brown
Swiss, ze kalven hier makkelijk van af en kleuren goed witblauw.’
Wellness
stal
‘Om de omstandigheden voor de koeien
zo goed mogelijk te maken, hebben we in 2015 een potstal gebouwd voor de verse
koeien. Die blijven allemaal 1 maand op stro. In deze eerste periode van de
lactatie kunnen we de trend zetten naar een hoge productie. In de ‘wellness
stal’ starten ze veel beter op en zien we een hogere productie gedurende de
hele lactatie. In het afgelopen jaar steeg de productie met 1300 kg. We zijn
gestart met compact voeren met water toevoeging en door de potstal zijn de
omstandigheden zoveel beter dat we het productiepotentieel er makkelijker
uithalen.’
Gerben vertelt verder: ‘Mede omdat
ik door mijn bestuurswerk vrij veel weg ben hebben we strenge protocollen
gemaakt. Voor de koeien en ook voor de kalveren. Op deze manier weet iedereen
hoe werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Alles om problemen zoveel mogelijk
uit te sluiten en om het optimale uit de dieren te halen. Bij ons werpt dat
inmiddels zijn vruchten af en werken we allemaal met veel plezier met de Brownies!’
Stiergebruik
- Melkgevende dieren hebben grotendeels Prohuvo en Vigor
als vader
- Jongvee van Zephir en Vigor
- De stieren die nu gebruikt worden zijn Vanpari en
Hacker
|